adenane
29-11-2011, 15:06
Het is een groot stuk tekst maar wel leuk om door te lezen...
Door: Frank Nelissen
De meeste MMA-liefhebbers beseffen het waarschijnlijk zelden, maar we bevinden ons in een uniek tijdperk. Denk je eens in: van hoeveel sporten die nu bestaan heb je de evolutie meegemaakt? Veel sporten bestaan al zo lang dat ze eigenlijk uitgeëvolueerd zijn. Natuurlijk zullen ook in oude(re) sporten hier en daar wel verschillen zijn in trainingsmethoden of speltactieken, maar niet zozeer in de sport op zich. De trainingsmethoden in bijvoorbeeld voetbal zullen verschillen in de ‘ondersteunende’ gebieden als krachttraining en conditietraining. Het spelletje voetbal is zoals het is. Rondo’s, partijtjes draaien, afronden voor de goal, dode-spel-situaties, etc. Het zijn allemaal onderdelen.
Voetbal blijft echter voetbal.
Dingen veranderen, tijden veranderen
In het MMA zien we duidelijke veranderingen over de jaren heen. De UFC was niet het eerste toneel voor MMA, maar laten we deze organisatie eens als voorbeeld nemen.
Tijdens UFC 1 was het nog heel duidelijk dat verschillende vechtsporten en stijlen het tegen elkaar opnamen. Dat was natuurlijk ook het uitgangspunt van de UFC: een antwoord geven op de eeuwige vraag welke vechtsport het beste was. Karateka’s, een sumoworstelaar, een bokser en een specialist in Braziliaans Jiu-Jitsu (BJJ). Zomaar wat vertegenwoordigers van stijlen die tijdens UFC 1 de kooi betraden. Dat de lichtste vechter, BJJ-vechter Royce Gracie, iedereen het nakijken gaf, was tegelijkertijd een klap en een openbaring voor de vechtsportwereld. Je zou kunnen discussiëren of elke stijl wel de sterkte vertegenwoordiger had, maar die discussie zou inmiddels achterhaald zijn. Royce Gracie won na UFC 1 nog eens 8 partijen op submission tegen zwaargewichten uit diverse sporten, niet iets om zomaar weg te stoppen.
Na die openbaring van het BJJ leek de wereld door te hebben dat dat toch een onmisbaar stukje kennis was als men in de relatief nieuwe tak van sport de top wilde bereiken. Niet dat de UFC toen de top was, net zo min als dat MMA ‘the next big thing’ leek te worden.
UFC 1 vond plaats op 12 november 1993. Inmiddels zijn we 18 jaar verder. Is de sport net zo volwassen als een mens op deze leeftijd zou (moeten) zijn? Het antwoord is niet zomaar te geven.
Door de jaren heen heeft de UFC zich ontwikkeld als het meest prominente podium voor MMA-atleten. Mede doordat MMA-vechters een podium hebben om zich op te richten - UFC is voor velen een ambitie - heeft de sportbeoefening zich ontwikkeld. Waar UFC 1 nog een ‘No Holds Barred’-evenement was, is er al enige tijd geleden een duidelijke set regels opgesteld door UFC in samenwerking met overheidsorganen. Binnen deze regels is het echter nog steeds mogelijk om de ene stijl tegen de andere stijl te zetten. Toch is deze duidelijke afbakening van stijlen inmiddels behoorlijk vervaagd. In het begin was het vooral sport tegen sport. Later werd dat min of meer platform tegen platform. In deze zin wordt met platform de plaats van het gevecht bedoeld. Grofweg een tweedeling tussen staande vechters (boksers, kickboksers, etc.) en vechters die de grond als hun domein zagen (judoka’s, worstelaars, BJJ-ers).
De dominantie van BJJ nam gaandeweg af. Staande vechters leerden hoe ze zich moesten verdedigen en hoewel BJJ-ers de kunst van klemmen, verwurgingen en dergelijke als geen ander meester zijn, blonken zij niet uit in het dicteren van waar het gevecht plaatsvond. Staande vechters leerden ontsnappen en in het staande gevecht waren de typische BJJ-specialisten niet altijd opgewassen tegen stoten, trappen, knieën en ellebogen.
Met het groeien van de UFC was daar gaandeweg ook de opmars van de worstelaar. De Verenigde Staten, thuisbasis en nog steeds de belangrijkste afzetmarkt van de UFC, kent een sterke en grote worstelgemeenschap. De sterke sportcultuur in de V.S. zorgt ervoor dat jongeren die uitblinken in hun sport een studiebeurs kunnen verdienen, daarmee hun kans vergrotend op een betere toekomst via een opleiding die zij zonder studiebeurs wellicht niet zouden kunnen financieren. Worstelen is zo’n sport, die dan ook op menig high school, college en university wordt beoefend.
De trainingsmethoden en –arbeid die worstelaars kenmerken, zijn van hoog niveau. Goede worstelaars hebben vele kenmerken die menig vechtsporter zou willen hebben: snelheid, kracht, souplesse, explosiviteit en een geweldige conditie. En dat alles gecombineerd! De ‘drive’ die worstelaars hebben, is een geweldig fenomeen om te zien. Alles geven voor de takedown en niet stoppen voordat je geslaagd bent; ja, de takedown is slechts 1 van de vele acties in zowel worstelen als MMA maar de manier waarop een worstelaar de takedown aangaat, is typerend voor zijn gehele instelling: vol overtuiging erin om je doel te behalen.
Vele puristen in diverse vechtsporten beschouwen hun eigen sport als superieur. Zelfs nadat Royce Gracie karateka’s genadeloos af liet tikken zijn er nog steeds karateka’s die volhouden dat hun sport de beste of meest effectieve is. Niet alleen karateka’s hebben dit denkbeeld overigens. Ook in het worstelen zijn er genoeg mensen met deze overtuiging. De eerder in deze alinea omschreven eigenschappen en kwaliteiten van worstelaars, gecombineerd met hun overtuiging, zorgde voor een grote aanwas van worstelaars in de UFC. Een punt dat daarbij een belangrijke rol speelde, is het feit dat met een goede carričre in de UFC meer geld verdiend kan worden dan met een worstelcarričre. In het worstelen kun je een Olympische medaille winnen; een van de allermooiste momenten die een sportman zich kan wensen. In de relatief korte loopbaan die je als sporter kunt volhouden, zul je echter ook aan je toekomst moeten denken. Mede daardoor hebben veel Amerikaanse worstelaars zich gericht op het MMA, en in het bijzonder de UFC. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij dachten, en denken, dat boksen makkelijker als aanvulling te leren is, dan wanneer een bokser op latere leeftijd nog worstelen moet leren.
Bron: www.staredown.nl (http://www.staredown.nl/index.php/mma/266-mma-en-zijn-ontwikkeling)
Door: Frank Nelissen
De meeste MMA-liefhebbers beseffen het waarschijnlijk zelden, maar we bevinden ons in een uniek tijdperk. Denk je eens in: van hoeveel sporten die nu bestaan heb je de evolutie meegemaakt? Veel sporten bestaan al zo lang dat ze eigenlijk uitgeëvolueerd zijn. Natuurlijk zullen ook in oude(re) sporten hier en daar wel verschillen zijn in trainingsmethoden of speltactieken, maar niet zozeer in de sport op zich. De trainingsmethoden in bijvoorbeeld voetbal zullen verschillen in de ‘ondersteunende’ gebieden als krachttraining en conditietraining. Het spelletje voetbal is zoals het is. Rondo’s, partijtjes draaien, afronden voor de goal, dode-spel-situaties, etc. Het zijn allemaal onderdelen.
Voetbal blijft echter voetbal.
Dingen veranderen, tijden veranderen
In het MMA zien we duidelijke veranderingen over de jaren heen. De UFC was niet het eerste toneel voor MMA, maar laten we deze organisatie eens als voorbeeld nemen.
Tijdens UFC 1 was het nog heel duidelijk dat verschillende vechtsporten en stijlen het tegen elkaar opnamen. Dat was natuurlijk ook het uitgangspunt van de UFC: een antwoord geven op de eeuwige vraag welke vechtsport het beste was. Karateka’s, een sumoworstelaar, een bokser en een specialist in Braziliaans Jiu-Jitsu (BJJ). Zomaar wat vertegenwoordigers van stijlen die tijdens UFC 1 de kooi betraden. Dat de lichtste vechter, BJJ-vechter Royce Gracie, iedereen het nakijken gaf, was tegelijkertijd een klap en een openbaring voor de vechtsportwereld. Je zou kunnen discussiëren of elke stijl wel de sterkte vertegenwoordiger had, maar die discussie zou inmiddels achterhaald zijn. Royce Gracie won na UFC 1 nog eens 8 partijen op submission tegen zwaargewichten uit diverse sporten, niet iets om zomaar weg te stoppen.
Na die openbaring van het BJJ leek de wereld door te hebben dat dat toch een onmisbaar stukje kennis was als men in de relatief nieuwe tak van sport de top wilde bereiken. Niet dat de UFC toen de top was, net zo min als dat MMA ‘the next big thing’ leek te worden.
UFC 1 vond plaats op 12 november 1993. Inmiddels zijn we 18 jaar verder. Is de sport net zo volwassen als een mens op deze leeftijd zou (moeten) zijn? Het antwoord is niet zomaar te geven.
Door de jaren heen heeft de UFC zich ontwikkeld als het meest prominente podium voor MMA-atleten. Mede doordat MMA-vechters een podium hebben om zich op te richten - UFC is voor velen een ambitie - heeft de sportbeoefening zich ontwikkeld. Waar UFC 1 nog een ‘No Holds Barred’-evenement was, is er al enige tijd geleden een duidelijke set regels opgesteld door UFC in samenwerking met overheidsorganen. Binnen deze regels is het echter nog steeds mogelijk om de ene stijl tegen de andere stijl te zetten. Toch is deze duidelijke afbakening van stijlen inmiddels behoorlijk vervaagd. In het begin was het vooral sport tegen sport. Later werd dat min of meer platform tegen platform. In deze zin wordt met platform de plaats van het gevecht bedoeld. Grofweg een tweedeling tussen staande vechters (boksers, kickboksers, etc.) en vechters die de grond als hun domein zagen (judoka’s, worstelaars, BJJ-ers).
De dominantie van BJJ nam gaandeweg af. Staande vechters leerden hoe ze zich moesten verdedigen en hoewel BJJ-ers de kunst van klemmen, verwurgingen en dergelijke als geen ander meester zijn, blonken zij niet uit in het dicteren van waar het gevecht plaatsvond. Staande vechters leerden ontsnappen en in het staande gevecht waren de typische BJJ-specialisten niet altijd opgewassen tegen stoten, trappen, knieën en ellebogen.
Met het groeien van de UFC was daar gaandeweg ook de opmars van de worstelaar. De Verenigde Staten, thuisbasis en nog steeds de belangrijkste afzetmarkt van de UFC, kent een sterke en grote worstelgemeenschap. De sterke sportcultuur in de V.S. zorgt ervoor dat jongeren die uitblinken in hun sport een studiebeurs kunnen verdienen, daarmee hun kans vergrotend op een betere toekomst via een opleiding die zij zonder studiebeurs wellicht niet zouden kunnen financieren. Worstelen is zo’n sport, die dan ook op menig high school, college en university wordt beoefend.
De trainingsmethoden en –arbeid die worstelaars kenmerken, zijn van hoog niveau. Goede worstelaars hebben vele kenmerken die menig vechtsporter zou willen hebben: snelheid, kracht, souplesse, explosiviteit en een geweldige conditie. En dat alles gecombineerd! De ‘drive’ die worstelaars hebben, is een geweldig fenomeen om te zien. Alles geven voor de takedown en niet stoppen voordat je geslaagd bent; ja, de takedown is slechts 1 van de vele acties in zowel worstelen als MMA maar de manier waarop een worstelaar de takedown aangaat, is typerend voor zijn gehele instelling: vol overtuiging erin om je doel te behalen.
Vele puristen in diverse vechtsporten beschouwen hun eigen sport als superieur. Zelfs nadat Royce Gracie karateka’s genadeloos af liet tikken zijn er nog steeds karateka’s die volhouden dat hun sport de beste of meest effectieve is. Niet alleen karateka’s hebben dit denkbeeld overigens. Ook in het worstelen zijn er genoeg mensen met deze overtuiging. De eerder in deze alinea omschreven eigenschappen en kwaliteiten van worstelaars, gecombineerd met hun overtuiging, zorgde voor een grote aanwas van worstelaars in de UFC. Een punt dat daarbij een belangrijke rol speelde, is het feit dat met een goede carričre in de UFC meer geld verdiend kan worden dan met een worstelcarričre. In het worstelen kun je een Olympische medaille winnen; een van de allermooiste momenten die een sportman zich kan wensen. In de relatief korte loopbaan die je als sporter kunt volhouden, zul je echter ook aan je toekomst moeten denken. Mede daardoor hebben veel Amerikaanse worstelaars zich gericht op het MMA, en in het bijzonder de UFC. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij dachten, en denken, dat boksen makkelijker als aanvulling te leren is, dan wanneer een bokser op latere leeftijd nog worstelen moet leren.
Bron: www.staredown.nl (http://www.staredown.nl/index.php/mma/266-mma-en-zijn-ontwikkeling)