mama
11-12-2007, 22:50
Wereldkampioen Ruben Houkes bezocht afgelopen weekeinde voor AD Sportwereld het vechtspektakel K-1. De Haarlemmer keek in Tokio zijn ogen uit en beschrijft hier zijn ervaringen.
Als je eenmaal van dichtbij de wereld van K-1 hebt meegemaakt, wil je daar als sporter ook deel van uitmaken. Want de grote finale in Tokio heeft alles in zich wat je je zou kunnen wensen. Hier gaat het om glitter and glamour, een heel mooie geldbonus voor de winnaar, 400.000 dollar, en een bijna overdreven verering van de sporters.
Het is fantastisch om te zien en om mee te maken. K-1 is pure show en in Japan weten ze als de beste hoe ze dat moeten organiseren.
De Nederlandse deelnemers, Peter Aerts, Remy Bonjasky, Badr Hari en Sem Schilt, laten zich in de dagen voor de wedstrijd niet op straat zien in Tokio. Dat zou geen zin hebben, omdat ze hier als helden worden beschouwd en dan door iedereen worden aangeklampt.
Ik heb daar zelf als wereldkampioen judo geen last van. Hoewel Japan de bakermat van het judo is, word ik nergens herkend. Maar ik ben ook niet, zoals verscheidene K-1-jongens, twee meter lang en val dus bij voorbaat minder op.
Kampioen Sem Schilt is bijvoorbeeld 2.12 meter, daar val ik bij in het niet. Maar hij is nog een kleintje vergeleken met de reuzenman Choi Hong-man. Die is gigantisch, bijna onwerkelijk. Ik vind het wel even bijzonder om, samen met mijn clubgenoot Henk Grol, met Choi op de foto te gaan. Om in beeld te komen, moet hij bukken.
Ernesto Hoost, één van de grote oude winnaars van de K-1, weet wel wie ik ben. Ik wil graag met hem op de foto, maar hij ook met mij. Dat is leuk. De andere Nederlanders zeggen van mijn naam te hebben gehoord, maar moeten wel een beetje worden geholpen.
Lees het hele artikel op de website van AD Sportwereld (http://www.ad.nl/sport/article1887119.ece?nscategory=topStoryA).
bron: JudoInside.com, Ruben Houkes bezoekt K1 toernooi (http://www.judoinside.com/ned/?today/view/2337)
Als je eenmaal van dichtbij de wereld van K-1 hebt meegemaakt, wil je daar als sporter ook deel van uitmaken. Want de grote finale in Tokio heeft alles in zich wat je je zou kunnen wensen. Hier gaat het om glitter and glamour, een heel mooie geldbonus voor de winnaar, 400.000 dollar, en een bijna overdreven verering van de sporters.
Het is fantastisch om te zien en om mee te maken. K-1 is pure show en in Japan weten ze als de beste hoe ze dat moeten organiseren.
De Nederlandse deelnemers, Peter Aerts, Remy Bonjasky, Badr Hari en Sem Schilt, laten zich in de dagen voor de wedstrijd niet op straat zien in Tokio. Dat zou geen zin hebben, omdat ze hier als helden worden beschouwd en dan door iedereen worden aangeklampt.
Ik heb daar zelf als wereldkampioen judo geen last van. Hoewel Japan de bakermat van het judo is, word ik nergens herkend. Maar ik ben ook niet, zoals verscheidene K-1-jongens, twee meter lang en val dus bij voorbaat minder op.
Kampioen Sem Schilt is bijvoorbeeld 2.12 meter, daar val ik bij in het niet. Maar hij is nog een kleintje vergeleken met de reuzenman Choi Hong-man. Die is gigantisch, bijna onwerkelijk. Ik vind het wel even bijzonder om, samen met mijn clubgenoot Henk Grol, met Choi op de foto te gaan. Om in beeld te komen, moet hij bukken.
Ernesto Hoost, één van de grote oude winnaars van de K-1, weet wel wie ik ben. Ik wil graag met hem op de foto, maar hij ook met mij. Dat is leuk. De andere Nederlanders zeggen van mijn naam te hebben gehoord, maar moeten wel een beetje worden geholpen.
Lees het hele artikel op de website van AD Sportwereld (http://www.ad.nl/sport/article1887119.ece?nscategory=topStoryA).
bron: JudoInside.com, Ruben Houkes bezoekt K1 toernooi (http://www.judoinside.com/ned/?today/view/2337)