De meeste makers van de eiwitpoeders die je in Nederland kunt kopen overdrijven de hoeveelheid eiwit in hun producten. Tot die conclusie kwamen Wageningse voedingswetenschappers, die meer dan vijftig verschillende caseïne- en wheysupplementen onderzochten. Vooral de prijsvechters op de supplementenmarkt stoppen minder eiwitten in hun poeders dan ze op het label vertellen. Dat heurt natuurlijk niet.
afbeelding bij Er zit minder eiwit in je eiwitpoeders dan je denkt
Voor pak-hem-beet zeventig procent van de lezers van deze website zijn eiwitpoeders meer dan aanvullingen op hun dieet. Voor hen zijn eiwitpoeders basale voedingsmiddelen, waarmee ze garanderen dat hun lichaam voldoende bouwstoffen voor spiermassa toegevoerd krijgt. Voor hen zijn de metingen die Mark Rothuis in het voorjaar van 2014 verrichtte dan ook zonder meer interessant.
Rothuis, een amateur-powerlifter, studeerde nog Humane Voeding in Wageningen toen hij op een bodybuildingboard las over een onderzoek dat een voedingsstudent in het buitenland had uitgevoerd. “Hij had de concentratie eiwit gemeten in een aantal eiwitpreparaten die in zijn land in de winkels liggen”, vertelt Rothuis. “De student ontdekte dat de overgrote meerderheid van de bedrijven niet helemaal eerlijk is over de hoeveelheid eiwit in hun poeders. Die was bijna altijd lager dan het etiket vermeldt.”
Rothuis vroeg zich af of dat in Nederland ook het geval was, en bemachtigde via virtuele en stenen winkels en diëtisten monsters, die hij onder begeleiding van de Wageningse hoogleraar Renger Witkamp liet analyseren door een Wagenings universiteitslaboratorium. En zo ontdekte Rothuis dat ook in Nederland de meeste supplementenbedrijven niet helemaal eerlijk zijn over hun producten. “De meeste producenten overdrijven de hoeveelheid eiwit in hun product”, verzucht de onderzoeker. “Het gemiddelde Nederlandse eiwitpoeder bevat zes procent minder eiwit dan op het etiket staat.”
Goed, er zijn uitzonderingen. Een paar producenten vermeldden de juiste hoeveelheid eiwit op hun label, en er waren er ook een paar die zelfs een beetje meer eiwitten leverden dan ze hadden aangegeven. Maar daar stond tegenover dat in een kwart van de geanalyseerde preparaten meer dan tien procent van de aangegeven hoeveelheid eiwitten ‘zoek’ was. Rothuis vond zelfs een product dat 21 procent minder eiwit bevatte dan het etiket beloofde.
“De producten die het meest ondergedoseerd zijn, waren allemaal afkomstig van de prijsvechters op de markt”, vertelt Rothuis. “De dure merken hebben vaker kloppende labels dan de goedkope merken.”
Legio bodybuilders en fanatieke fitnessers kopen hun eiwitpoeders in webwinkels van de prijsvechters. Zo besparen ze veel geld, want de eiwitten zijn per kilo bij hen fors goedkoper. Een consument die een duur eiwitsupplement koopt kan drie keer meer geld kwijt zijn dan een consument die zijn eiwitten via een goedkope webwinkel aanschaft.
“Die prijsverschillen zijn zo groot dat, ook als je rekening houdt met de overdrijving, de prijsvechters nog steeds de goedkoopste eiwitten brengen", zegt Rothuis. Jazeker, de prijsvechters zijn de grootste jokkebrokken wat de labelling betreft. Maar toch leveren ze uiteindelijk wel de grootste protein bang for the buck.
Rothuis ontdekte dat veel makers van eiwitpoeders ook nog op een andere manier een te rooskleurige voorstelling van zaken geven: de hoeveelheid eiwit die ze op hun producten vermelden is die van droog poeder. Het poeder in hun zakken of bussen bevat echter ook een beetje water, de meeste bedrijven zijn daarover nogal onduidelijk. “Houd je met dat water rekening, dan bevat het gemiddelde eiwitproduct in Nederland niet zes procent minder eiwit dan het label vertelt, maar elf procent.”
Het verschil tussen de hoeveelheid eiwit op het label van een product en de werkelijke hoeveelheid eiwit varieert niet alleen per fabrikant, maar hangt ook af van de smaak, ontdekte Rothuis. “Naturelpoeders zonder smaakstoffen zijn met afstand het zuiverst”, zegt de onderzoeker. “Op de tweede plaats komen eiwitten met bananensmaak, op de derde plaats eiwitten met vanillesmaak, op de vierde eiwitten met aardbeiensmaak. Daarna komen de eiwitten met tropische smaken, en helemaal achteraan bungelen de eiwitten met een chocoladearoma.”
Als je een eiwitpoeder met chocoladesmaak koopt, is de kans dat er in dat product te weinig eiwitten zitten dus groter dan bij een eiwitpoeder met bananensmaak. Dat komt waarschijnlijk omdat het creëren van een chocoladesmaak meer toevoegingen vereist dan een bananensmaak, en de fabrikanten vaak verzuimen om daarmee rekening te houden als ze de labels samenstellen.
Rothuis’ onderzoek zit erop. ‘Alarmerend of ‘schokkend’ wil hij de uitkomsten niet noemen, maar “netjes tegenover de consumenten is dat gejok natuurlijk niet”. Op dit moment bezint hij zich op een toekomst in de sportvoeding. “Ik zit te denken aan een grondiger onderzoek naar de kwaliteit van eiwitpoeders. Waarbij je niet alleen kijkt naar de hoeveelheid eiwitten in die producten, maar ook naar de samenstelling ervan.” We kijken uit naar een nieuw vergelijkend warenonderzoek.
Bookmarks