Originally Posted by
Gemeente Gorichem
AFDELING 2 TOEZICHT OP EVENEMENTEN
Artikel 2.2.1 Begripsomschrijving
In artikel 2.2.1 is gekozen voor een opsomming op basis van een negatief stelsel. Uitgaande van een algemeen geldend criterium, te weten elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, wordt vervolgens een aantal evenementen opgesomd dat daarvan is uitgezonderd. In de eerste plaats bioscoopvoorstellingen. Deze worden tegenwoordig niet meer als een evenement aangemerkt, maar geregeld via de Wet op de filmvertoningen. Daarnaast gelden de bepalingen niet voor markten als bedoeld in artikel 160, lid 1, sub h Gw. Indien het college een dergelijke markt heeft ingesteld, kan daaraan een eigen regeling in de vorm van een marktverordening worden verbonden. Het is in dat geval overbodig ook toezicht op basis van de APV mogelijk te maken. De Wet op de kansspelen kent een eigen regime. De ontwikkelingen op dit punt zijn echter niet geheel te voorzien. Indien een bepaalde spelvorm (nog) niet onder de Wet op de kansspelen valt, kan artikel 2.2.1 APV wel worden toegepast om regulerend op te treden. Bij het vervallen van artikel 22 van de Drank- en horecawet (DHW) is een dansgelegenheid een zelfstandig evenement geworden. Aangezien een dergelijk “evenement” vrijwel altijd gepaard gaat met het schenken van alcoholhoudende dranken, bieden de overige regels voor drank- en horecabedrijven, zowel in de DHW als de APV, voldoende waarborgen. Betogingen, optochten, waarbij sprake is van openbaring van gedachten of gevoelens e.d. kennen een zelfstandige regeling in de APV. Deze opsomming bevat een aantal activiteiten die een zelfstandige regeling binnen de APV kennen (optochten, feesten, muziek, wedstrijden, dienstverlening op de weg, straatartiest, speelautomaten). In het 2e lid wordt een herdenkingsplechtigheid onder het begrip evenement gebracht. Dit is nodig omdat een dergelijke activiteit niet geheel en al past binnen de omschrijving daarvan, aangezien het deelkenmerk vermaak ontbreekt. Regulering kan desondanks gewenst zijn. In sommige gevallen zal de grens tussen het zijn van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 APV, en de uitzonderingen (al dan niet elders in de APV geregeld) moeilijk zijn te trekken.
Zo is er wel getwijfeld over het karakter van de vechtevenementen, ook wel kooigevechten genoemd. Aangenomen mag worden dat deze behoren tot de evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1 en niet zijn te beschouwen als sportwedstrijden. Behalve voor betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in artikel 2.1.2.3, waarbij gedachten of gevoelens worden geopenbaard en waarvoor een kennisgeving voldoende is, wordt voor alle andere activiteiten een vergunning vereist. De bevoegdheid van de burgemeester in het kader van het toezicht op evenementen stoelt op artikel 174 Gw. In het derde lid van dit artikel is aangegeven dat de burgemeester belast is met de uitvoering van de verordeningen (dus ook de APV) voor zover deze betrekking hebben op het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden, alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Overigens is het begrip toezicht ruimer dan alleen de handhaving van de openbare orde. Het gaat ook hier om de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de burgers in incidentele gevallen en op bepaalde plaatsen.
Bookmarks