MIXFIGHT.COM
NOG GEEN LID?
MELD JE HIER GRATIS AAN!
Page 2 of 2 FirstFirst 12
Results 26 to 32 of 32
  1. #26
    Join Date
    Jun 2008
    Posts
    11.113
    vCash
    126000

    Default

    Quote Originally Posted by dontmindme View Post
    zeker weten dat het wel degenlijk met afstanden te maken heeft.
    het is niet de hoofd ingredient maar wel een redelijk belangrijke,
    Weet ik niet zo zeker. Want dat zou dan ook op het boksen slaan. En dat heeft in veel landen ondanks de afstanden toch uiteindelijk een hoog niveau gehaald.
    Advertentie door Mixfight.nl
    Advertentie van Mixfight


  2. #27
    Join Date
    Feb 2005
    Location
    rotterdam
    Posts
    421
    vCash
    126000

    Default

    Wat ik wel een heel sterk argument vindt is buiten het boekje denken!
    Dat is echt nederlands,fok dit als het niet werkt,we proberen het anders.
    Americanen blijven bijvoorbeeld steevast geen lowkicks verdedigen, en ze combineren ook nauwelijks,terwijl dat toch zo duidelijk goed werkt..
    Sir Chokealot

    The snake

  3. #28
    Join Date
    Aug 2004
    Location
    Vught
    Posts
    6.297
    vCash
    126000

    Default

    Zoals beloofd.....



    ORANJE BOVEN?


    - Deskundigen geven hun mening over het niveau van MMA in Nederland -




    Door Ralph Otto



    In de vorige uitgave van Royal Rumble gaf een elftal deskundigen zijn mening over het hoe en waarom rondom de Nederlandse suprematie op het gebied van K-1, muay thai en kickboksen. Conclusie: Nederlanders hebben veel ervaring met verschillende vechtsporten, hebben zich de best toepasbare technieken eigen gemaakt en een eigen stijl ontwikkeld, trainen erg hard met goede trainingspartners, zijn fysiek en mentaal sterk en behoren daarom logischerwijs tot de absolute wereldtop. Op het gebied van mixed martial arts (MMA) is er zeker geen sprake van een Nederlandse dominantie. Royal Rumble sprak met een aantal (ervarings)deskundigen over dit onderwerp en kwam aan de hand van een aantal prikkelende stellingen en vragen veel te weten.

    Zestal deskundigen voorgesteld
    Nederlanders draaien vaak wel mee in de wereldtop wat betreft MMA, maar heersen daar allerminst. De ingrediënten voor internationaal succes zijn, als gekeken wordt naar het succes in kickboksen, muay thai en K-1, echter wel aanwezig. Wat is dan de reden dat het er op het gebied van MMA toch niet zo uit komt? Om hier verschillende lichten over te laten schijnen sprak Royal Rumble met zes deskundigen, die allen hun eigen visie over dit onderwerp gaven.
    Het deskundigenpanel bestaat uit:
    Bert Kops Jr. De naam Kops is al vele jaren een begrip in de worstelwereld. Bert begeleidt daarnaast al geruime tijd MMA-vechters (waarvan Jordan Radaev wellicht de bekendste is) en in zijn Sportcentrum Kops trainen verschillende nationale toppers en opkomende talenten.
    Remco Pardoel. Remco vocht, na Gerard Gordeau, als tweede Nederlander ooit in de UFC. Er waren toentertijd nog weinig regels en de beelden van zijn partij tegen de onfortuinlijke Orlando Weit gaan hedentendage nog steeds de wereld over. Remco is één van de Nederlandse pioniers op het gebied van BJJ (Brazilian Jiu-Jitsu) en heeft een sportschool in Oss (Pardoel Sports).
    Martijn de Jong. Ook Martijn de Jong heeft tot voor kort actief als vechter meegedraaid in het MMA-wereldje. Nog meer bekendheid geniet hij als trainer van toppers als Alistair Overeem, Siyar Bahadurzada, Dion Staring, etc.. Ook runt hij een aantal Tatsujin Dojo’s in Deventer, Goor, Amsterdam, Amersfoort en Apeldoorn.
    Bob Schrijber. Na eerder succesvol te zijn geweest in het kickboksen en muay thai legde Bob zich toe op MMA. Bob heeft overal ter wereld geknokt en staat bekend om zijn niet aflatende vechtlust. Tegenwoordig heeft hij zijn eigen team (Team Schrijber) en richt zich vooral op het begeleiden van opkomend talent, zoals Stefan Struve.
    Bas Rutten. Ontegenzeggelijk Nederlands beste MMA vechter tot nu toe is Bas Rutten. Als King of Pancrase en UFC kampioen in het zwaargewicht verwierf hij wereldwijde faam. Door blessures moest hij zijn actieve carrière voortijdig beëindigen, maar als trainer en coach (IFL, Mark Kerr, Kimbo Slice, etc.) drukt hij nog steeds zijn stempel op MMA. Verdere bekendheid kreeg hij als acteur en commentator van vechtsportevenementen, waarvan Pride het bekendst is.
    Stephen Quadros. Zijn bijnaam ‘The Fight Professor’ heeft de Amerikaan Stephen Quadros niet zomaar gekregen. De man is een lopende encyclopedie als het gaat om vechtsporten en MMA in het bijzonder. Samen met Bas Rutten gaf hij jarenlang commentaar bij de Pride-evenementen en hij heeft een speciale band met Nederland als vechtsportland.

    De stelling die aan alle deskundigen is voorgelegd luidt als volgt: Waarom zijn Nederlanders zo goed in K-1, muay thai en kickboksen en (nog) niet zo goed in MMA?

    Kunt u zich wel vinden in deze stelling?
    Al meteen zijn de meningen verdeeld. Stephen Quadros is het er wel mee eens. “Met de uitzondering van Bas Rutten is er nog geen dominante vechter uit Nederland opgestaan. Als we terugkijken naar alle kampioenen in de grote MMA-organisaties van 1993 tot nu, is Bas de enige die wereldwijd indruk heeft weten te maken. Het is duidelijk dat er veel sterke vechters uit Nederland komen, zoals Chris Dolman, Martijn de Jong, Melvin Manhoef, Gilbert Yvel en Remco Pardoel, maar hun succes beperkt zich voornamelijk tot binnen de landsgrenzen van Nederland.”
    Martijn de Jong is het er slechts ten dele mee eens. “Het staat als een paal boven water dat we in Nederland over de beste thaiboksers ter wereld beschikken. Maar ook op het gebied van MMA hebben we toch wel wat toppers rondlopen. Denk bijvoorbeeld aan wereldkampioen Strikeforce Alistair Overeem, wereldkampioen Shooto Siyar Bahadurzada, Cage Warriors kampioen Gegard Mousasi, K-1 Hero’s ster Melvin Manhoef, Gilbert Yvel en wereldkampioen Remix Marloes Coenen. Het grote verschil is dat we kwantitatief gezien gewoon meer goede thaiboksers dan MMA-vechters hebben.”
    Remco Pardoel laat een duidelijke nee horen. “Nederland heeft zeker aansluiting bij de wereldtop in MMA. Naar mijn mening moet eerder gekeken worden naar het gat tussen de beginnende en professionele vechters in Nederland dan naar het verschil tussen de Nederlandse toppers en wereldtoppers.”

    Hoe komt het dat Nederlanders de vertaalslag van thaiboksen, judo en BJJ (waar ze als aparte sporten vrij goed in zijn) niet kunnen maken naar het meer complete MMA?
    Bert Kops: “Naar mijn mening heeft dit alles te maken met het feit dat Nederland in het belangrijkste aspect van MMA, worstelen, teveel achterstand heeft.” Bob Schrijber haakt hier verder op in. “Het ligt ook aan de manier waarop wij als Nederlanders het MMA ingestroomd zijn. In de VS en Rusland is worstelen heel populair en in Japan staan sporten als judo en jiu-jitsu hoog in het vaandel. Wij Nederlanders zijn toch meer van de staande vechtsporten. Vertrouwd raken met het grondgevecht heeft naar mijn ervaring gewoon meer tijd nodig. Een ervaren grondvechter is het vrij gemakkelijk aan te leren zijn tegenstanders zo snel mogelijk naar de grond te brengen en het gevecht daar proberen te beslechten met stoten. Daarnaast heeft Nederland niet echt veel leraren die het grondgevecht door kunnen vertalen naar het complete MMA-spelletje.” Bas Rutten: “Nadat ik in 1995 mijn laatste partij verloor door een submission wist ik dat ik het stoten en trappen even moest laten voor wat het was en me moest concentreren op het leren van submissions. Toen ik me daarop concentreerde (ik trainde tweemaal per dag submissions) ging er een wereld voor me open. Sindsdien ben ik ongeslagen. Het lijkt me dus duidelijk dat er veel aandacht moet worden besteed aan grondvechten.”
    Martijn de Jong is een groot aanhanger van een complete en totale aanpak. “Het is heel belangrijk dat je het totale systeem traint en niet alleen de specifieke onderdelen. Dit betekent dan ook dat een MMA-vechter specifieke MMA-trainingen moet doen, waarbij er geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen de verschillende fases van het MMA-gevecht. Thaiboksen, worstelen of grondvechten kan je hiernaast extra bij trainen specifiek gericht op je eigen sterktes en zwaktes of gericht op je volgende tegenstander.”
    Stephen Quadros ziet het wat minder technisch. “Sommige landen pakken sommige sporten wel op, terwijl ze andere sporten totaal niet oppakken. Kijk maar naar de VS. Bijna alle grote bokskampioenen komen uit Amerika, maar in voetbal presteren ze niet constant goed. De Nederlanders zijn, overigens helemaal terecht, zeer trots op hun kampioenen in het thaiboksen. Naar mijn mening komen de beste zwaargewichten uit Nederland. Als er dan een nieuwe vechtsport voorbij komt is het lastig om de heersende mentaliteit te veranderen.”

    Speelt het Nederlandse publiek, dat vooral gericht is op thaiboksen, een belangrijke rol bij de ontwikkeling (of het achterblijven hiervan) van MMA?
    “De keren dat ik in Nederland naar MMA-gevechten keek, viel het me altijd op dat het publiek heel snel boegeroep laat horen als een gevecht naar de grond gaat.”, aldus Stephen Quadros. “Veel Nederlandse MMA-vechters zijn niet echt goed op de grond en daarom denkt het Nederlandse publiek misschien wel dat al het MMA dat georiënteerd is op grondvechten saai is. Zij hebben duidelijk nog nooit van Kazushi Sakuraba gehoord of een gevecht als Nick Diaz versus Diego Sanchez gezien.” Bas Rutten: “Vechters vechten graag voor het publiek en het publiek in Nederland wil stoten en trappen zien. Maar al is het maar één ding dat ik duidelijk kan maken: MMA is geen thaiboksen!” Ook Bert Kops ziet een rol voor het publiek. “De meeste mensen in het publiek snappen weinig van het grondwerk. Gelukkig zit hier wel vooruitgang in!”
    Martijn de Jong ziet de verantwoordelijkheid meer bij de promotors. “Onbekend maakt onbemind. Het publiek moet opgevoed worden. Waarom kan het wel in Amerika, Japan en bijvoorbeeld Engeland? Op de Ultimate Glory evenementen in Nederland zie je ook dat het publiek het grondgevecht waardeert omdat ze het ook daadwerkelijk snapt!” Remco Pardoel is het hiermee eens. “Mensen moeten opgevoed worden en promotors moeten samen een kalender maken om talent te kweken. Op meer samenwerking zit iedereen denk ik te wachten.”
    Bob Schrijber: “Ik zie een belangrijke rol voor alle bonden die dit land telt. Ze zouden eigenlijk de koppen eens bij elkaar moeten steken en één reglement moeten opstellen. En geen truttige regeltjes als niet stoten als een tegenstander op de grond ligt. Om met de wereldtop mee te kunnen, moeten we ook op dezelfde regels vechten.”

    En hoe zit dat met de mainstream pers?
    Bert Kops: “Voor de pers zijn vechtsporten sowieso al minder interessant, omdat ze er simpelweg te weinig verstand van hebben. Met meer aandacht in de pers zou de sport ook populairder worden; daar ben ik van overtuigd.” Bob Schrijber denkt dat acceptatie vanzelf komt. “Als je kijkt naar Amerika en Engeland dan zie je dat MMA meer publiciteit genereert dan boksen. Acceptatie komt vanzelf wel, maar heeft gewoon tijd nodig.” Remco Pardoel vindt dat er nog wel wat gedaan kan worden aan het imago van de sport. “Er ligt veel focus op de sensatiekant van het verhaal. Het is belangrijk om MMA als sport neer te zetten. Ook zou het veel schelen als tijdens gala’s geen coffeeshops en sekshuizen meer als hoofdsponsor zouden komen opdraven.”

    Is het niveau van worstelen, BJJ, judo en grondvechten in het algemeen in Nederland niet gewoon te laag?
    “Dat denk ik eerlijk gezegd wel, ja.”, aldus Bert Kops. “De Nederlanders kunnen het in het algemeen wel goed compenseren met het betere staande werk.” Martijn de Jong: “Het is jammer dat worstelen in Nederland zo goed als uitgestorven is. In de andere sporten komen we goed mee.”
    Bas Rutten ziet het anders. “Het talent is zeker aanwezig. Het probleem ligt in de vertaalslag naar MMA. Uit eigen ervaring kan ik melden dat grondvechten erg belangrijk is. Na jaren van trainen en vechten heb ik mijn eigen Bas Rutten MMA Systeem ontwikkeld, waarin ik veel aandacht besteed aan grondvechten. Ik kan het iedereen aanraden om het eens te bekijken. Misschien dat men erdoor geïnspireerd raakt!”

  4. #29
    Join Date
    Aug 2004
    Location
    Vught
    Posts
    6.297
    vCash
    126000

    Default

    Hoe schat u het niveau van de Nederlandse toppers als Alistair Overeem, Gilbert Yvel, Melvin Manhoef, Gegard Mousasi, etc. in als u het moet vergelijken met de toppers wereldwijd?
    Remco Pardoel: “We hebben een paar solide top 10 vechters in Nederland rondlopen. Maar soms heb ik het idee dat vechters teveel verwend worden. Als je een prof bent, is trainen je werk. Je zal dus soms een paar uur moeten reizen om te trainen en je moet dan niet verwachten dat de hele wereld zich aan jou aanpast. Als je de allerbeste wilt worden, zul je daar wat voor over moeten hebben.”
    Stephen Quadros: “Van alle Nederlandse vechters verwacht ik het meest van Gegard Mousasi. Hij is erg allround en ik denk dan ook dat hij nog een keer wereldkampioen bij een grote organisatie zal worden. Ik heb zelfs het idee dat er nu al vechters in zijn gewichtsklasse zijn die hem proberen te ontlopen.”

    Hoe schat u het niveau van de Nederlandse opkomende vechters in als u dat moet vergelijken met buitenlandse opkomende vechters (bijvoorbeeld de vechters van het Amerikaanse TV-programma The Ultimate Fighter)?
    Bert Kops: “Lastige vraag! Ik denk dat we dit pas kunnen zeggen als we ze tegenover elkaar in de ring zetten.” Bob Schrijber ziet wel een niveauverschil. “Het niveauverschil is duidelijk. Met die mannen van The Ultimate Fighter kunnen de meeste Nederlandse opkomende vechters nog niet mee. Ook denk ik dat in Nederland vechters te snel de ring ingestuurd worden om een MMA-partij te draaien. Ze kunnen zo goed als niets op de grond, maar wel een paar harde zwaaien maken en denken dan dat ze er zijn.”

    Wat zou een mogelijke oplossing kunnen zijn om het niveau van MMA in Nederland te verhogen?
    Stephen Quadros: “De transitie van thaiboksen naar MMA gaat in Nederland erg langzaam. De sleutel tot succes zou voor Nederland zijn om de MMA-vechter een agressieve manier van grondvechten en worstelen aan te leren. Kijk naar Chuck Liddell: hij heeft zijn zwakste punt (takedown defense) zo goed getraind dat hij zijn tegenstander dwingt om mee te vechten op het gebied waar híj juist goed in is: het staande gevecht.”
    Bob Schrijber zoekt het meer in de mentaliteit. “Een vechtersmentaliteit is belangrijk. Tijdens de trainingen moet er minder gezeurd worden en meer gewerkt worden volgens de UFC-reglementen. Kan je hier niet tegen, dan moet je maar op dammen gaan. En als het publiek mensen met bezieling in de ring ziet staan, dan gaan ze MMA ook meer waarderen.”
    Volgens Martijn de Jong zouden meer MMA-wedstrijden georganiseerd moeten worden. “Als er meer wedstrijden zijn, krijgen vechters ook meer ervaring en zullen ze ook meer gestimuleerd worden om MMA te (blijven) vechten.”
    Samen trainen is de sleutel tot succes volgens Remco Pardoel. “In Nederland zijn veel verschillende sportscholen, maar te weinig goede MMA-vechters. Als de MMA-toppers bijvoorbeeld één keer per maand samen zouden trainen, kunnen ze kennis uitwisselen en op die manier weer mensen op hun eigen club beter maken. Om de samenwerking te vergroten zijn we dan ook bezig om een MMA-centrum op een mooie plek in Nederland op te zetten.”

    Hoe ziet u de toekomst van het Nederlandse MMA tegemoet?
    De toekomst zien bijna alle deskundigen positief. Alleen Bob Schrijber heeft nog wat bedenkingen: “We hebben nog een lange weg te gaan. Als alle problemen wat betreft bonden, grondvechten, etc. worden opgelost kan het nog wel wat worden.” Ook Bas Rutten ziet in het grondvechten een belangrijk aspect. “De Nederlanders kunnen zeker met de wereldtop mee, maar ze moeten hun horizon verbreden en wat meer aandacht besteden aan het grondvechten.”
    Bert Kops: “Ik zie de toekomst positief tegemoet. Ik heb zelf een aantal goede jongens rondlopen, die het ver gaan schoppen.” Stephen Quadros ziet al een verandering: “Jongens als Alistair Overeem en Melvin Manhoef hebben al wereldtitels weten te pakken en ik zie dit andere Nederlandse vechters in de toekomst ook wel doen.”
    Martijn de Jong en Remco Pardoel zijn vooral blij met de goede contacten met verschillende organisaties. Remco: “Er zijn goede contacten met KOTC, er komt een IFL-team aan waarvoor elke Nederlander zich kan plaatsen en er zijn goede kansen om binnen M-1 evenementen het talent verder uit te bouwen.” En tenslotte Martijn de Jong: “Ik weet dat er een heleboel grote dingen op stapel staan binnen verschillende organisaties en dat zal de MMA-vechters in Nederland alleen maar ten goede komen.”

    Royal Rumble bedankt alle deskundigen voor hun medewerking.

  5. #30
    Join Date
    Oct 2004
    Location
    Alkmaar
    Posts
    4.082
    vCash
    126000

    Default

    leuk stukkie ralph..
    Karakter,

    dat is waar je nog toe bereid bent als het voetlicht is gedoofd, het applaus is uitgestorven en er niemand meer is om je complimenten te geven.

  6. #31
    Join Date
    Feb 2005
    Location
    rotterdam
    Posts
    421
    vCash
    126000

    Default

    "Ook denk ik dat in Nederland vechters te snel de ring ingestuurd worden om een MMA-partij te draaien. Ze kunnen zo goed als niets op de grond, maar wel een paar harde zwaaien maken en denken dan dat ze er zijn.”

    Ik vindt dat Schreiber hier een belangrijk punt heeft, er word denk ik erg veel op rammen en gaan gefocust,maar niet zoveel rustig nagedacht over hoe de vechters te verbeteren..
    Sir Chokealot

    The snake

  7. #32
    Join Date
    Aug 2008
    Posts
    72
    vCash
    126000

    Default

    Quote Originally Posted by sebastiaan View Post
    Wat ik wel een heel sterk argument vindt is buiten het boekje denken!
    Dat is echt nederlands,fok dit als het niet werkt,we proberen het anders.
    Americanen blijven bijvoorbeeld steevast geen lowkicks verdedigen, en ze combineren ook nauwelijks,terwijl dat toch zo duidelijk goed werkt..
    ja idd en wat ook is gezecht we zijn niet traditioneel ingesteld. ik denk dta dat de grootste reden is. toen de nederlanders in thailand werden afgemat gingen ze hun stysteem erbij leren. als de tjapies winne kijke ze wat die doen en nemen dat over. nederlanders verzinnen niks nieuws maar kijken wat ht beste werkt en mikke dat bijelkaar.. en omdat we niks echt zelf hebben verzonnen is die traditie niet belangrijk (het is toch niet van "ons")

    leuk stukje btw zoiets stond ook in de 100ste editie van ringsport met intervieuw met hoost, die zei ook ongeveer het zelfde

Tags for this Thread

Bookmarks

Posting Permissions

  • You may not post new threads
  • You may not post replies
  • You may not post attachments
  • You may not edit your posts
  •