Op een mooie zomerdag gaat een lange man naar de kapper. Deze kapper is drie straten verder gevestigd van het huis van de lange man, dus de lange man besluit te lopen. Hij loopt zijn eigen straat uit (de eerste straat), en komt een vrouw tegen. Deze vrouw begroet hem vriendelijk, en begint een gesprek met de lange man. Na het gesprek loopt de man de tweede straat uit. Hij ziet in die straat een hond, met lange haren, zittend op de stoep. De hond kijkt de lange man aan, maar doet verder niets. In de straat van de kapper is een ongeluk gebeurd. Een man is met zijn auto tegen een lantaarnpaal aangereden. Het licht van de lantaarnpaal knippert. De man vraagt zich af of hij zijn afspraak nog haalt. Daar zijn meer dan twee theorieën over te geven.
Bookmarks