ageingshinbone
10-11-2010, 13:13
Ik denk dat dit verhaal een eigen Thread waard is.
ik zie namelijk regelmatig meerdere vragen terug komen over Badr. Die zijn - deels - al beantwoord in het interview dat ik enkele weken geleden met hem had voor Panorama. Dat was een lang gesprek, mijns inziens open en eerlijk, per telefoon, vanuit Marokko.
Hij vertelt ook waarom hij zich niet heeft gemeld, hoe hij zich de laatste tijd voelde etc. Dat soort zaken. Tenslotte: in Nederland is iemand onschuldig tot zijn schuld is bewezen. Ik denk dat iedereen moet oppassen niet te veel mee te gaan met heersende publieke opinies, in tijden als deze moeten we juist de rijen gesloten houden, zogezegd.
De duistere kracht van kickbokser Badr Hari
‘Mijn leven is een achtbaan!’
De vechtsportwereld is het erover eens: Badr Hari (25) is de meest getalenteerde kickbokser ter wereld. Maar zowel in als buiten de ring gaat hij nogal eens over de schreef. Recent moest hij zich melden bij justitie, verdacht van mishandeling, maar hij nam de wijk naar het buitenland. Een interview met het enfant terrible.
Tekst Koen Scharrenberg Foto’s FEG. Inc., It’s Showtime
In het najaar van 2003 interview ik een 18-jarige kickbokser, Badr Hari genaamd. Enkele maanden eerder heeft hij, vrijwel onvoorbereid omdat hij op het laatste moment inviel, een geweldige wedstrijd gevochten in de Amsterdam Arena. Tegen een erkend wereldtopper, de Rus Alexey Ignashov, bijna 20 kilo zwaarder en veel meer ervaren. Net als toen ben ik nu weer opnieuw verbaasd. Badr Hari is jong, maar zelfbewust, met een forse dosis bluf. Hij tooit zichzelf met de bijnaam ‘Bad Boy’, komt met een mooi verhaal en goeie quotes die lef, maar ook een gezonde dosis intelligentie verraden. “Laat het publiek me maar haten vanwege mijn grote mond, net als bij Muhammad Ali. Dan komt, net als bij hem vroeger, de helft van de toeschouwers om me klappen te zien krijgen. Maar dan zijn ze er wel – en betalen ze mee aan mijn gage.” En, overtuigd: “Binnen drie jaar sta ik in Tokio in de grote finale van de K-1.” Hij zegt het met bluf, maar meent het. Het zal mij benieuwen.
29 mei 2010, Amsterdam Arena. Een van spanning zinderend stadion wacht op de kickbokser die niemand onberoerd laat: Badr Hari. Als hij vecht is het spektakel, spanning, emotie. Hij stond tegen de beste kickboksers van de wereld en won van het overgrote deel, vrijwel altijd op k.o. De stem van de ringannouncer slaat over. “It’s Showtime!! Hier is… met de bijnaam Golden Boy… Badrrrrrr Hariiiiiii!!!!” Ruim 20.000 mensen springen overeind, schreeuwen, joelen, roepen zijn naam en zijn in extase. Niet voor lang.
Want luttele minuten later is de situatie totaal, maar dan ook totaal veranderd. Badr Hari heeft tegenstander Hesdy Gerges onreglementair nagetrapt en wordt gediskwalificeerd. Striemende fluitconcerten en honende kreten dalen vanaf de tribunes op hem neer. Verwezen staat hij in zijn hoek, alsof hij buiten de hele situatie staat. Het boegeroep lijkt wel een storm, een pandemonium van afkeuring. Van verafgood tot veracht, in enkele minuten. Illustratiever voor de kortdurende gunst van het publiek kan een situatie niet zijn.
Maar jammer genoeg is die wisselvalligheid ook illustratief voor het leven van het grootste kickbokstalent ter wereld, Badr Hari. Van Bad Boy tot Golden Boy en weer terug. Hoe heeft dit in hemelsnaam kunnen gebeuren?
Er is vanaf 2003 onwaarschijnlijk veel gebeurd in het leven van Badr Hari. De lange slungel is een uitgebalanceerd gebouwde atleet geworden, 1.97 meter lang en met 107 kilo spieren. Hij maakt alle verwachtingen meer dan waar – zowel positief als negatief. Incidenteel verliest hij, maar dan pakt hij vaak in de revanche, totaal gefocust, wél de overwinning. Hij wint 76 van zijn 87 partijen, waarvan maar liefst 62 op k.o.: een ongeëvenaard hoog percentage. In zijn verliespartijen gaat hij ook meestal knock-out, tweemaal wordt hij gediskwalificeerd. Hij wint de wereldtitel in het zwaargewicht van de K-1. Hij krijgt een prachtig sponsorcontract aangeboden van het automerk Kia. Staat twee keer in de finale van het allergrootste toernooi ter wereld, de K-1 Grand Final, waaraan de acht beste vechters van de wereld deelnemen in een afvalsysteem.
In 2008 wordt hij gediskwalificeerd wegens naslaan- en trappen naar Remy Bonjasky. Hij krijgt geen gage en moet zijn titels inleveren. In 2009 verliest hij zeer eervol van – tot dan toe - drievoudig winnaar Sem Schilt. Dan, na zijn diskwalificatie tegen Hesdy Gerges in de Arena, kondigt hij aan, er voor onbepaalde tijd uit te gaan, om ‘alles op een rijtje te zetten en mezelf terug te vinden’.
Naast bewondering voor zijn sportieve prestaties roept hij regelmatig negatieve publiciteit over zich af. Onder andere door in 2006, voor het oog van miljoenen televisiekijkers, tijdens het K-1-finaletoernooi op te komen in een T-shirt met de opdruk ‘Gwenette forever’. Al snel gonst rond dat dit Gwenette Martha betreft, een bekende naam in de Amsterdamse onderwereld.
Hij raakt verzeild in een burenruzie als een vrouw en kind worden lastiggevallen en slaat een betrokken man met de vlakke hand in het gezicht. In het huis van de man, en dat wordt hem zwaar aangerekend door de rechter. Badr krijgt uiteindelijk, gezien de omstandigheden, 240 uur dienstverlening opgelegd. Daarna circuleert zijn naam opnieuw op fora en in de media: hij wordt verdacht van poging tot brandstichting. Maar er is geen bewijs en hij wordt niet vervolgd. Ten slotte is er, in februari van dit jaar, een vechtpartij bij de Amsterdamse discotheek Blinq. Ook daar zou Badr bij betrokken zijn; hij wordt verdacht van zware mishandeling van een portier. Die verdenking resulteert pas maanden later, na het gevecht in de Arena, in een poging tot aanhouding. Maar dan is Badr Hari al bijna in Marokko, om een lange vakantie te vieren – zoals hij overigens elk jaar doet na zijn partij in de Arena. Hij heeft zich niet gemeld en dat wordt breed uitgemeten. Badr is, mede door zijn overtredingen in de ring, eigenlijk al schuldig verklaard.
Het is nogal wat, allemaal. En dat voor iemand die pas 25 jaar is. “Dat klopt, mijn leven is net een achtbaan soms,” erkent de kickbokser. Als we contact met hem zoeken voor dit artikel belt hij terug vanuit Marokko. Een lang gesprek volgt. Soms gedeprimeerd en geëmotioneerd, meestal energiek, af en toe verongelijkt maar zichzelf dan corrigerend. In ieder geval voor mijn gevoel volkomen oprecht. “Ik kan niemand anders dan mezelf de schuld geven dat het allemaal zo gelopen is.”
Je staat aan de wereldtop, verdient heel veel geld, hoeft alleen maar te trainen. Waar gaat het dan fout?
“Let goed op: ik zoek geen excuses, maar ik wil wel graag wat uitleggen. Vanaf mijn 18de, 19de sta ik in de schijnwerpers. Ben ik goed gaan verdienen, de laatste paar jaren helemaal. Ik krijg zoveel aandacht, zoveel waardering, ben voor veel mensen een idool. Dat is geweldig, fantastisch, maar als het je langdurig overkomt, kun je uit balans raken. Dat is mij gebeurd, niet meer en niet minder.’
Zoals een filmster die te veel aandacht krijgt, alles gewoon gaan vinden?
“Ik denk dat aan de wereldtop in de vechtsport meedraaien veel intensiever is dan filmen. Voor mij in ieder geval. Van die paar minuten in de ring hangt zo enorm veel af. Keer op keer. Je bent verantwoordelijk voor een deel van het inkomen van anderen, de eigen toekomst. Je moet presteren, krijgt ontzettend veel verwachtingen op je schouders, ook heel snel kritiek. Niet dat ik me dat realiseer als de bel gaat voor de eerste ronde, dan valt alles van me af. Maar daarvoor wel.”
En dan ga je in de ring over de schreef. Terwijl miljoenen mensen daar ook nog eens getuige van zijn.
“Ja. Heel erg stom en niet goed te praten. Door de regels te overtreden doe ik mijn tegenstander, die ook hard heeft getraind en recht heeft op een faire strijd, onrecht aan. En het publiek, iedereen om me heen. Ik ben een slecht voorbeeld voor jonge vechtsporters. Uiteindelijk maak ik er alleen maar verliezers door.”
Waarom doe je het dan?
“Ja, als ik dat wist. Het is in alle opzichten onverstandig. Niet alleen als sportman, maar ook zakelijk. Ik ben twee keer in de fout gegaan en het heeft mij heel veel geld gekost, iedereen in mijn team, want die eten er allemaal van mee. Het heeft mij een slechte reputatie bezorgd. Het is dus echt niet zo dat ik voor ik de ring in ga, denk: ik zal eens lekker doorgaan als er ‘break’ is gezegd. Het gebeurt.”
Je slaat kickbokslegende Peter Aerts k.o. en eert hem. Sem Schilt, die jou neertrapt - terwijl het gaat om 400.000 dollar en de hoogst haalbare eer - omhels je.
“Ik heb een aangeboren respect voor vechtsporters die van nature knokkers zijn. Zoals Peter. Dat ben ik ook, als ik in de ring stap, wil ik domineren, winnen, liefst door k.o., want dan laat je pas echt zien dat je de sterkste bent. Dus neem ik risico’s. Dat zit in me. Sem heb ik in een eerdere wedstrijd knock-out geslagen, die komt dan zo goed terug, zo sterk, daar heb ik ook respect voor. Sommige vechters hebben dat niet, die sprokkelen punten en vinden dan een overwinning ook mooi. Die waardeer ik als sportlieden, maar niet als knokkers. Daar zit toch een verschil in. Misschien dat dit inderdaad iets meespeelt wanneer ik mijn beheersing verlies. Blijft fout, hoe dan ook.”
Hoe zit dat met die beheersing in je dagelijks leven?
“Mijn leven is zeker niet stabiel, ik laat me vaak leiden door mijn emoties. Ook in relaties. Ik kan gauw afgeleid zijn en me soms moeilijk focussen. En ik heb zeker een beetje een ‘attitude’, zoek mijn eigen weg. Dat moet ook wel denk ik, wil je topsporter zijn. Ik ben wel heel loyaal naar vrienden en familie. En kan opvliegend zijn, maar weet me meestal te beheersen. Een enkele keer niet, en daar ben ik ook terecht voor gestraft. Als dienstverlening heb ik trouwens les gegeven aan moeilijk opvoedbare kinderen. Vond het geweldig leuk en realiseerde me daardoor ook heel goed dat ik heel bevoordeeld was ten opzichte van hen.”
Je wordt nu verdacht van zware mishandeling, moet je melden bij de politie maar zit in het buitenland. Niet erg handig. Waarom heb je niet gewoon meegewerkt aan het onderzoek?
“Mijn advocate en ik hebben meermalen aangeboden langs te komen, maar dat hoefde niet, ik was niet verdacht. Mijn naam bleef maar circuleren, mensen om me heen werden opgepakt en ik kreeg steeds meer het idee dat iedereen zich liet leiden door de vooroordelen die jegens mij heersen. En die weer werden bevestigd in de Arena. Voor mijn gevoel had ik weinig kans op een eerlijk proces. Dat wilde ik wel, want dan zou blijken dat ik echt niets met die vechtpartij te maken had. Toen kwam die toestand in de Arena erbij, ik zat er helemaal doorheen. Had niet de kracht om de strijd aan te gaan, zogezegd, wilde gewoon weg van alles. Niet slim, ik weet het, maar ik had gewoon tijd nodig om alles op een rij te zetten. Als dat is gelukt, en het gaat steeds beter, kom ik natuurlijk terug en werk aan alles mee.”
Hoe zet je de zaken op een rij?
“Marokko is goed voor me. Rustig, veel kalmer dan Nederland. Ik kom tot rust en praat nu veel, met vrienden, mijn trainers, mijn manager. Dat werkt, zij kennen mij door en door en ik hen. Ik vind het moeilijk om vreemde mensen te vertrouwen en open tegen ze te zijn. Ik voel me beter, maar ben er nog niet.”
En dan?
“Dan maak ik the worlds greatest comeback, haha. Misschien wel in de Arena, volgend jaar. Niet eerder. Vanuit Japan zijn enorme bedragen geboden om mij snel weer te laten vechten. Maar ik heb geen haast, ben pas 25, al heb ik het gevoel soms heel oud te zijn. Het is nú of nooit veranderen. Ik wil een echt voorbeeld worden, een boegbeeld van de sport. Mijn ideaal is voor het kickboksen te betekenen wat Muhammad Ali voor het boksen is. Maar dan met de agressie van Mike Tyson. Op de goede manier, reglementair en in de ring.”
ik zie namelijk regelmatig meerdere vragen terug komen over Badr. Die zijn - deels - al beantwoord in het interview dat ik enkele weken geleden met hem had voor Panorama. Dat was een lang gesprek, mijns inziens open en eerlijk, per telefoon, vanuit Marokko.
Hij vertelt ook waarom hij zich niet heeft gemeld, hoe hij zich de laatste tijd voelde etc. Dat soort zaken. Tenslotte: in Nederland is iemand onschuldig tot zijn schuld is bewezen. Ik denk dat iedereen moet oppassen niet te veel mee te gaan met heersende publieke opinies, in tijden als deze moeten we juist de rijen gesloten houden, zogezegd.
De duistere kracht van kickbokser Badr Hari
‘Mijn leven is een achtbaan!’
De vechtsportwereld is het erover eens: Badr Hari (25) is de meest getalenteerde kickbokser ter wereld. Maar zowel in als buiten de ring gaat hij nogal eens over de schreef. Recent moest hij zich melden bij justitie, verdacht van mishandeling, maar hij nam de wijk naar het buitenland. Een interview met het enfant terrible.
Tekst Koen Scharrenberg Foto’s FEG. Inc., It’s Showtime
In het najaar van 2003 interview ik een 18-jarige kickbokser, Badr Hari genaamd. Enkele maanden eerder heeft hij, vrijwel onvoorbereid omdat hij op het laatste moment inviel, een geweldige wedstrijd gevochten in de Amsterdam Arena. Tegen een erkend wereldtopper, de Rus Alexey Ignashov, bijna 20 kilo zwaarder en veel meer ervaren. Net als toen ben ik nu weer opnieuw verbaasd. Badr Hari is jong, maar zelfbewust, met een forse dosis bluf. Hij tooit zichzelf met de bijnaam ‘Bad Boy’, komt met een mooi verhaal en goeie quotes die lef, maar ook een gezonde dosis intelligentie verraden. “Laat het publiek me maar haten vanwege mijn grote mond, net als bij Muhammad Ali. Dan komt, net als bij hem vroeger, de helft van de toeschouwers om me klappen te zien krijgen. Maar dan zijn ze er wel – en betalen ze mee aan mijn gage.” En, overtuigd: “Binnen drie jaar sta ik in Tokio in de grote finale van de K-1.” Hij zegt het met bluf, maar meent het. Het zal mij benieuwen.
29 mei 2010, Amsterdam Arena. Een van spanning zinderend stadion wacht op de kickbokser die niemand onberoerd laat: Badr Hari. Als hij vecht is het spektakel, spanning, emotie. Hij stond tegen de beste kickboksers van de wereld en won van het overgrote deel, vrijwel altijd op k.o. De stem van de ringannouncer slaat over. “It’s Showtime!! Hier is… met de bijnaam Golden Boy… Badrrrrrr Hariiiiiii!!!!” Ruim 20.000 mensen springen overeind, schreeuwen, joelen, roepen zijn naam en zijn in extase. Niet voor lang.
Want luttele minuten later is de situatie totaal, maar dan ook totaal veranderd. Badr Hari heeft tegenstander Hesdy Gerges onreglementair nagetrapt en wordt gediskwalificeerd. Striemende fluitconcerten en honende kreten dalen vanaf de tribunes op hem neer. Verwezen staat hij in zijn hoek, alsof hij buiten de hele situatie staat. Het boegeroep lijkt wel een storm, een pandemonium van afkeuring. Van verafgood tot veracht, in enkele minuten. Illustratiever voor de kortdurende gunst van het publiek kan een situatie niet zijn.
Maar jammer genoeg is die wisselvalligheid ook illustratief voor het leven van het grootste kickbokstalent ter wereld, Badr Hari. Van Bad Boy tot Golden Boy en weer terug. Hoe heeft dit in hemelsnaam kunnen gebeuren?
Er is vanaf 2003 onwaarschijnlijk veel gebeurd in het leven van Badr Hari. De lange slungel is een uitgebalanceerd gebouwde atleet geworden, 1.97 meter lang en met 107 kilo spieren. Hij maakt alle verwachtingen meer dan waar – zowel positief als negatief. Incidenteel verliest hij, maar dan pakt hij vaak in de revanche, totaal gefocust, wél de overwinning. Hij wint 76 van zijn 87 partijen, waarvan maar liefst 62 op k.o.: een ongeëvenaard hoog percentage. In zijn verliespartijen gaat hij ook meestal knock-out, tweemaal wordt hij gediskwalificeerd. Hij wint de wereldtitel in het zwaargewicht van de K-1. Hij krijgt een prachtig sponsorcontract aangeboden van het automerk Kia. Staat twee keer in de finale van het allergrootste toernooi ter wereld, de K-1 Grand Final, waaraan de acht beste vechters van de wereld deelnemen in een afvalsysteem.
In 2008 wordt hij gediskwalificeerd wegens naslaan- en trappen naar Remy Bonjasky. Hij krijgt geen gage en moet zijn titels inleveren. In 2009 verliest hij zeer eervol van – tot dan toe - drievoudig winnaar Sem Schilt. Dan, na zijn diskwalificatie tegen Hesdy Gerges in de Arena, kondigt hij aan, er voor onbepaalde tijd uit te gaan, om ‘alles op een rijtje te zetten en mezelf terug te vinden’.
Naast bewondering voor zijn sportieve prestaties roept hij regelmatig negatieve publiciteit over zich af. Onder andere door in 2006, voor het oog van miljoenen televisiekijkers, tijdens het K-1-finaletoernooi op te komen in een T-shirt met de opdruk ‘Gwenette forever’. Al snel gonst rond dat dit Gwenette Martha betreft, een bekende naam in de Amsterdamse onderwereld.
Hij raakt verzeild in een burenruzie als een vrouw en kind worden lastiggevallen en slaat een betrokken man met de vlakke hand in het gezicht. In het huis van de man, en dat wordt hem zwaar aangerekend door de rechter. Badr krijgt uiteindelijk, gezien de omstandigheden, 240 uur dienstverlening opgelegd. Daarna circuleert zijn naam opnieuw op fora en in de media: hij wordt verdacht van poging tot brandstichting. Maar er is geen bewijs en hij wordt niet vervolgd. Ten slotte is er, in februari van dit jaar, een vechtpartij bij de Amsterdamse discotheek Blinq. Ook daar zou Badr bij betrokken zijn; hij wordt verdacht van zware mishandeling van een portier. Die verdenking resulteert pas maanden later, na het gevecht in de Arena, in een poging tot aanhouding. Maar dan is Badr Hari al bijna in Marokko, om een lange vakantie te vieren – zoals hij overigens elk jaar doet na zijn partij in de Arena. Hij heeft zich niet gemeld en dat wordt breed uitgemeten. Badr is, mede door zijn overtredingen in de ring, eigenlijk al schuldig verklaard.
Het is nogal wat, allemaal. En dat voor iemand die pas 25 jaar is. “Dat klopt, mijn leven is net een achtbaan soms,” erkent de kickbokser. Als we contact met hem zoeken voor dit artikel belt hij terug vanuit Marokko. Een lang gesprek volgt. Soms gedeprimeerd en geëmotioneerd, meestal energiek, af en toe verongelijkt maar zichzelf dan corrigerend. In ieder geval voor mijn gevoel volkomen oprecht. “Ik kan niemand anders dan mezelf de schuld geven dat het allemaal zo gelopen is.”
Je staat aan de wereldtop, verdient heel veel geld, hoeft alleen maar te trainen. Waar gaat het dan fout?
“Let goed op: ik zoek geen excuses, maar ik wil wel graag wat uitleggen. Vanaf mijn 18de, 19de sta ik in de schijnwerpers. Ben ik goed gaan verdienen, de laatste paar jaren helemaal. Ik krijg zoveel aandacht, zoveel waardering, ben voor veel mensen een idool. Dat is geweldig, fantastisch, maar als het je langdurig overkomt, kun je uit balans raken. Dat is mij gebeurd, niet meer en niet minder.’
Zoals een filmster die te veel aandacht krijgt, alles gewoon gaan vinden?
“Ik denk dat aan de wereldtop in de vechtsport meedraaien veel intensiever is dan filmen. Voor mij in ieder geval. Van die paar minuten in de ring hangt zo enorm veel af. Keer op keer. Je bent verantwoordelijk voor een deel van het inkomen van anderen, de eigen toekomst. Je moet presteren, krijgt ontzettend veel verwachtingen op je schouders, ook heel snel kritiek. Niet dat ik me dat realiseer als de bel gaat voor de eerste ronde, dan valt alles van me af. Maar daarvoor wel.”
En dan ga je in de ring over de schreef. Terwijl miljoenen mensen daar ook nog eens getuige van zijn.
“Ja. Heel erg stom en niet goed te praten. Door de regels te overtreden doe ik mijn tegenstander, die ook hard heeft getraind en recht heeft op een faire strijd, onrecht aan. En het publiek, iedereen om me heen. Ik ben een slecht voorbeeld voor jonge vechtsporters. Uiteindelijk maak ik er alleen maar verliezers door.”
Waarom doe je het dan?
“Ja, als ik dat wist. Het is in alle opzichten onverstandig. Niet alleen als sportman, maar ook zakelijk. Ik ben twee keer in de fout gegaan en het heeft mij heel veel geld gekost, iedereen in mijn team, want die eten er allemaal van mee. Het heeft mij een slechte reputatie bezorgd. Het is dus echt niet zo dat ik voor ik de ring in ga, denk: ik zal eens lekker doorgaan als er ‘break’ is gezegd. Het gebeurt.”
Je slaat kickbokslegende Peter Aerts k.o. en eert hem. Sem Schilt, die jou neertrapt - terwijl het gaat om 400.000 dollar en de hoogst haalbare eer - omhels je.
“Ik heb een aangeboren respect voor vechtsporters die van nature knokkers zijn. Zoals Peter. Dat ben ik ook, als ik in de ring stap, wil ik domineren, winnen, liefst door k.o., want dan laat je pas echt zien dat je de sterkste bent. Dus neem ik risico’s. Dat zit in me. Sem heb ik in een eerdere wedstrijd knock-out geslagen, die komt dan zo goed terug, zo sterk, daar heb ik ook respect voor. Sommige vechters hebben dat niet, die sprokkelen punten en vinden dan een overwinning ook mooi. Die waardeer ik als sportlieden, maar niet als knokkers. Daar zit toch een verschil in. Misschien dat dit inderdaad iets meespeelt wanneer ik mijn beheersing verlies. Blijft fout, hoe dan ook.”
Hoe zit dat met die beheersing in je dagelijks leven?
“Mijn leven is zeker niet stabiel, ik laat me vaak leiden door mijn emoties. Ook in relaties. Ik kan gauw afgeleid zijn en me soms moeilijk focussen. En ik heb zeker een beetje een ‘attitude’, zoek mijn eigen weg. Dat moet ook wel denk ik, wil je topsporter zijn. Ik ben wel heel loyaal naar vrienden en familie. En kan opvliegend zijn, maar weet me meestal te beheersen. Een enkele keer niet, en daar ben ik ook terecht voor gestraft. Als dienstverlening heb ik trouwens les gegeven aan moeilijk opvoedbare kinderen. Vond het geweldig leuk en realiseerde me daardoor ook heel goed dat ik heel bevoordeeld was ten opzichte van hen.”
Je wordt nu verdacht van zware mishandeling, moet je melden bij de politie maar zit in het buitenland. Niet erg handig. Waarom heb je niet gewoon meegewerkt aan het onderzoek?
“Mijn advocate en ik hebben meermalen aangeboden langs te komen, maar dat hoefde niet, ik was niet verdacht. Mijn naam bleef maar circuleren, mensen om me heen werden opgepakt en ik kreeg steeds meer het idee dat iedereen zich liet leiden door de vooroordelen die jegens mij heersen. En die weer werden bevestigd in de Arena. Voor mijn gevoel had ik weinig kans op een eerlijk proces. Dat wilde ik wel, want dan zou blijken dat ik echt niets met die vechtpartij te maken had. Toen kwam die toestand in de Arena erbij, ik zat er helemaal doorheen. Had niet de kracht om de strijd aan te gaan, zogezegd, wilde gewoon weg van alles. Niet slim, ik weet het, maar ik had gewoon tijd nodig om alles op een rij te zetten. Als dat is gelukt, en het gaat steeds beter, kom ik natuurlijk terug en werk aan alles mee.”
Hoe zet je de zaken op een rij?
“Marokko is goed voor me. Rustig, veel kalmer dan Nederland. Ik kom tot rust en praat nu veel, met vrienden, mijn trainers, mijn manager. Dat werkt, zij kennen mij door en door en ik hen. Ik vind het moeilijk om vreemde mensen te vertrouwen en open tegen ze te zijn. Ik voel me beter, maar ben er nog niet.”
En dan?
“Dan maak ik the worlds greatest comeback, haha. Misschien wel in de Arena, volgend jaar. Niet eerder. Vanuit Japan zijn enorme bedragen geboden om mij snel weer te laten vechten. Maar ik heb geen haast, ben pas 25, al heb ik het gevoel soms heel oud te zijn. Het is nú of nooit veranderen. Ik wil een echt voorbeeld worden, een boegbeeld van de sport. Mijn ideaal is voor het kickboksen te betekenen wat Muhammad Ali voor het boksen is. Maar dan met de agressie van Mike Tyson. Op de goede manier, reglementair en in de ring.”