PDA

View Full Version : Anatomie,biomechanika,fysiologie enz.



Octavius
21-12-2004, 17:41
Ga je gang jongens

Silat
21-12-2004, 22:18
hahaha Octavius... goeie topic :thumbs:


Maar niet vandaag hoor.

TTT

kyokushin
21-12-2004, 22:21
denk dat je voor anatomie in de dungeon moet zijn :mrgreen:

Silat
21-12-2004, 22:23
Vooruit dan maar, een copy/paste uit mijn leerstof voor Fitnesstrainer A.
Ik hoop dat er wat nuttigs bj staat voor jullie.

Stukje inspanningsfysiologie
De open stukken waren plaatjes. Helaas kon ik die niet meecopieren.

-------------------------------------
Cellen en weefsels


Het menselijk lichaam is evenals planten en dieren opgebouwd uit meerdere cellen. Cellen zijn deelbaar en bestaan o.a. uit een cel- of plasmabembraan, een kern, celplasma en microstructuren zoals de mitochondrien.

Functies van een cel:
Energiestofwisseling (de mitochondrien)
Beweging (de spiercel)
Prikkelgeleiding (de zenuwcel)

Bij meerdere organismen, zoals de mens, hebben cellen een bepaald specialisme. De gelijkvormige en gelijkfunctionerende cellen vormen een weefsel, bv een spierweefsel.


Weefsels

Er zijn 4 hoofdgroepen
Dekweefsel
Steunweefsel
Spierweefsel
Zenuwweefsel

Weefsels worden samengevoegd tot organen b.v de botten. Verschillende organen worden samengevoegd tot een orgaanstelsel bv het spijsverteringsstelsel.

Spieren

Een spier is opgebouwd uit bundels van spiervezels. Elke spiervezel bestaat weer uit een aantal dunne draadjes, Myofibrillen (myo = spier). Wanneer een myofibril met kleurstof ingespoten wordt en onder lopen bekeken wordt, zijn dwarse strepen zichtbaar. Vandaar de naam “dwars gestreepte spiervezel�. Er zijn ook spiervezels die niet kleuren: glad spierweefsel.

Een myofibril bestaat uit een aaneenschakeling van kleine deeltjes. Deze kleinste deeltjes van de spier beschikken nog wel over de eigenschappen van de spier. Dit noemen we een sarcomeer. De sarcomeer is opgebouwd uit dunne actine en dikke (myosine) filamenten. De actine- en myosinefilamenten schuiven bij een contractie in elkaar.

Van groot naar klein ziet de spieropbouw er als volgt uit:
Aantal spiervezelbundels bij elkaar = spier
Aantal spiervezels bij elkaar = spiervezelbundel
Aantal myofibrillen bij elkaar = spiervezels
Aantal sarcomeren achter elkaar = myofibril
Actine + myosine = sarcomeer



De aansturing van een spier

Door de splitsing van ATP komt energie vrij die zorgt dat actine en myosine in elkaar kunnen schuiven.

Ook een zenuw is opgebouwd uit een aantal kleinere vezels. Een vezel is verbonden met een aantal spiervezels. Wanneer via deze zenuwvezel een prikkel naar de spier gaat, zullen alle spiervezels die aan deze vezel verbonden zijn verbonden zijn tegelijk aanspannen. Daarom noemen we een motorische zenuwcel met daaraan verbonden spiervezels een bewegingseenheid. Ook wel “motor unit� of “motorische eenheid�

Bewegingseenheid = zenuwvezel + aantal spiervezels = motor unit.

Soorten spiervezels

Een gewichtheffer ziet er qua bouw anders uit dan een marathonloper, terwijl beiden goed getrainde spieren hebben. Uit de praktijk blijkt dat je spieren op verschillende manier kan trainen en dat zij zich specifiek aanpassen aan de soort training. Ieder spier is opgebouwd uit verschillende vezels.

Spiervezeltype 1 = Slowtwitch
Rode vezels
Bevat veel mitochondrien (maakt ATP aan)
Hoge aërobe capaciteit
Duurkracht

Spiertype 2 = Fasttwitch
Witte vezels
Groter dan type 1
(Sub)Maximale kracht

Krachtproductie

Om kracht te produceren dient de spier aangespannen te worden (contractie). Een spier kan op verschillende manieren kracht leveren, dynamisch en statisch.

Dynamisch: (afstand tussen origo en insertie varieert)

Concentrisch contractie:
De spier verkort zich tijdens het kracht leveren
Excentrische contractie:
De spierlengte neemt toe tijdens het kracht leveren
Bv. Een gewicht langzaam laten zakken

Statisch: (afstand tussen gorig en insertie blijft gelijk)

Isometrische contractie:
Hierbij levert de spier kracht zonder dat zijn lengte verandert.
Bv. Een gewicht vasthouden.

Energievoorziening van de spier

Energieproductie
Een spier kan niet werken zonder brandstof. De vraag is hoe een spiercel aan zijn brandstof komt. De cellen in ons lichaam hebben energie direct beschikbaar in energieke fosfaatverbindingen. Om te kunnen contraheren maakt de spier gebruik van de energie die vrij komt bij de splitsing van deze fosfaat-verbindingen.
ATP is zo’n energierijke fosfaatverbinding die omschreven kan worden als de brandstof van de spier. ATP is als het ware een volle accu die klaar is voor gebruik. Na het gebruik blijft en ADP over, een lege accu.

ATP => contractie => ADP +P energie (warmte + energie)




















Brandstof

ATP is een volle accu na het gebruik blijft ADP over, een lege accu.
AdenosineTriPhosfaat en AdenosineDiPhosfaat
ATP kan weer aangevuld worden door:

Koolhydraten: suikers, zetmeel uit brood, aardappelen en pasta’s (benzine)
Vetten: plantaardige veten, noten, slaolie, margarine en dierlijke vetten (diesel)
Eiwitten: vlees, melk, eieren. Alleen in uitzonderlijke situaties als er geen koolhydraten en vetten meer aanwezig zijn.

Energie systemen

Fosfaatsysteem
Melkzuursysteem
Zuurstofsysteem

Het Fosfaatsysteem
1e voorraad van ATP waarover de spier kan beschikken. Het ligt rondom de spiervezels. Deze ATP’s worden gebruikt om actine en myosine in elkaar te laten schuiven. Omdat de voorraad erg gering is, ontstaat er een tekort aan ATP’s. De eerste buffer is CreatinePhosfaat (CP). Creatine staat Phosfaat af aan de ADP (opladen). Al die ATP’s en CP’s zijn goed voor ongeveer 20 sec spier contractie.

Melkzuursyteem
Dit is de aanvulling ATP en CP worden aangevuld door het melkzuursysteem. Dit systeem zal binnen enkele sec ATP’s gaan aanmaken. De brandstof die vrijkomt is een suikerachtige stof. Glycogeen. Dit kan zonder dat er zuurstof voor nodig is. Een anaërobe proces. Hart, longen en de bloedcirculatie zijn niet in staat onmiddellijk de zuurstof aanvoer te vergroten.
Anaërobe processen vinden plaats in het cytoplasma van de cel.

De stof die vrij komt noemt men melkzuur(lactaat) en veroorzaakt moeheid. Bij hoge concentratie kan dat het lichaam doen staken.
Melkzuursysteem = anaeroob-lactisch = zonder zuurstof met melkzuur.

Zuurstofsysteem
Het maakt ook Atp’s aan dmv 2 brandstoffen: Vetten en koolhydraten. Koolhydraten ligt als glucose opgeslagen in het lichaam. De eindproducten (emissies) zijn koolhydraten (CO2) en water. Een absoluut vereiste is dan ook zuurstof.

Aeroob-alactisch = met zuurstof onder melkzuur
AĂ«robe processen vinden plaats in de mitochondrien van de cel

Afhankelijk van de mate van inspanning worden binnen dit systeem de voorkeur gegeven naar vetten en koolhydraten. Bij minder intensieve inspanning gaat de voorkeur uit naar vetten.
Vetten leveren op een wat tragere manier ATP’s maar de voorraad is oneindig groot.

Koolhydraten of glucose worden ingezet bij er hogere prestaties. De mate van inspanning waarin koolhydraten of vetten worden gebruikt is gerelateerd aan de leeftijd en hartfrequentie.


Van rust naar inspanning

Rust
In rust wordt energie aëroob vrijgemaakt in de mitochondrien van de spiercel d.m.v verbranding van vetzuren of glucose. De energievraag is dermate laag dat het zuurstof aanbod voldoende is om energie vrij te maken.

Aanvang van activiteit
Door de plotseling toegenomen energiebehoefte zal de energievrijmaking altijd anaëroob starten, ongeacht de intensiteit. De hoeveelheid zuurstof in het lichaam, gebonden
Gebonden uit hemoglobine (Hb) in het bloed en myoglobine in de spier, is onvoldoende om aan de gestegen vraag te voldoen.
De ventilatie, het hartminuut volume en de microcirculatie (kleine bloedvaten) rond de actieve spieren hebben 2 a 3 minuten nodig om optimaal op gang te komen en aan de zuurstofvraag te voldoen.

Activiteiten met lage tot middelhoge intensiteit
Hierbij wordt energie verkregen dmv aërobe verbranding (oxidatie).
Dit is het verbranden van:
Interculair (=in de cel)glygogeen (opslagvorm van suiker in de lever en spieren)
Triglyceride (vet) depots
Vrije vetzuren en glucose uit de bloed circulatie

Training met middelhoge intensiteit
Bij het verder verhogen van de intensiteit
Zal het aërobe energiesysteem tekort schieten en zal overgegaan moeten worden op anaërobe systemen.





















De invloed van training

In geval van training gaat het om het bereiken van een gesteld doel.

Doelen:
Vergroten van kracht
Vergroten van het uithoudingsvermogen
Vergroten van het spieruithoudingsvermogen (spierversteviging)

Effecten van krachttraining
Verbeterde intramusculaire coördinatie. De rekrutering van “sluimerende motor units�
De spier gaat per contractie meer motorunits inschakelen.
Verbeterde intermusculaire coördinatie. De spieren gaan onderling beter samenwerken door toegenomen synchronisatie van de motor units. De afstemming van het moment van aanspannen van verschillende motorunits verbeterd.
Toename van het spiervezelvolume, hypertrofie, door het hormoon testosteron
Toename van de sterkte van de pees
Toename van de sterkte van het bot
Toename van de concentratie van ATP, CP en Glycogeen

De krachttoename in de eerste 8 weken van de training zijn grotendeels het gevolg van de toegenomen inter- en intramusculaire coördinatie

Pas na 8 weken training gaat hypertrofie een belangrijke rol spelen!
Hypertrofie, toename van spiervezelvolume, wordt vaak verward met zwelling van de spier meteen na intensieve belasting. Deze zwelling is het gevolg van vochtophoping in de spier en wordt daarom ook schijnhypertrofie genoemd



A De spiervezels zijn nog niet in omvang toegenomen en niet alle vezels werken mee bij contractie met grote kracht
B Na training zijn de spiervezels nog niet in omvang toegenomen. Er zijn wel meer vezels die meewerken in een contractie van grote kracht. (intra musculaire coordinatie)
C Niet allen werken nu bijna alle vezels mee in een contractie, ook zijn de spiervezels in omvang toegenomen.

Tenslotte wordt er soms ook gedacht dat de spier door training meer spiervezels kan vormen waardoor de spieromvang toeneemt. Maar dit proces, hyperplasie, is bij mensen nooit wetenschappenlijk aangetoond.

Hyperplasie vindt plaats door splitsing van bestaande spiervezels.
Effecten van duurtraining

Uithoudingsvermogen kan omschreven worden als:

Het vermogen om gedurende langere tijd een bepaalde activiteit vol te houden.

Conditie = uithoudingsvermogen

Het algehele uithoudingsvermogen wordt bepaald door het functioneren van het hart en longen. Dus wanneer er meerdere spiergroepen tegelijkertijd actief zijn wordt er aanspraak gemaakt op hart en longen. Als zo’n 1/6e of meer van de spiermassa actief is (meestal de benen) zal er aanspraak gemaakt worden op het cardioresperatoir en het cardiovasculair systeem. Om het prestatieniveau te kunnen handhaven moeten deze systemen er voor zorgen dat er voldoende zuurstofrijk bloed naar de spieren aangevoerd wordt.

Fysiologische effecten van (aërobe) duurtraining:

Normalisering van de bloeddruk
Verbeterde opname van suiker in de cellen
Verbetering aërobe capaciteit
Toename (goede) HDL cholesterol
Afname totale cholesterol
Verbetering hartfunctie
Afname lichaamsvet
Afname stress
Positieve invloed op het algeheel welbevinden.

Voorbeelden duurtraining: Lopen, fietsen, roeien, steppen, stairclimbing, crosstraining, inline skating en het cardiovasculaire lesonderdeel van aerobics (high-lowimpact)

Effecten van training van spierkrachtuithoudingsvermogen
Bij het trainen van lokaal uithoudingsvermogen is minder dan 1/6 van spiermassa actief.
Hart, longen en de bloedvaten hoeven niet hard te werken voor zuurstof. De intensiteit (gewicht, weerstand) van de oefening is relatief laag. Door de lage intensiteit kan men meer herhalingen maken. Het aantal herhalingen ligt dan tussen de 20 en de 30 reps.
De belangrijkste leverancier van brandstof is hier dan ook het melkzuursysteem.
Alleen ongetrainde personen kunnen hierbij kleine toename krijgen van het spiervolume.
Het verbetert met name de coördinatie en het spierkrachtuithoudingsvermogen en resulteert derhalve in spierversteviging.

Spierpijn

Immediate soreness (vroege spierpijn)
Dit is een brandend gevoel in de spieren die ontstaat tijdens of direct na de belasting. Dit is het gevolg van prikkeling van vrije zenuwuiteinden door melkzuur. Melkzuur ontstaat door anaërobe energieleverantie.

Delayed Onset Muscle Soreness (verlate spierpijn)
Dit treedt pas 24 tot 48 uur na de training op. Ze doen zeer, zijn gezwollen, rood en minder belastbaar. De oorzaak wordt gevormd door microrupturen, haarscheurtjes, in het bindweefsel van de spier en de spiercelmembraan. Bij oefeningen waar de nadruk ligt op excentrische spiercontractie (negatief) veroorzaken meer spierpijn.

Spiervermoeidheid.

De aanspraak die je op je lichaam maakt in een training zal de juiste balans in je lichaam verstoren. Er zal een overschot en tekort aan stoffen komen.
Overschot: Melkzuur = Lactaat
Te kort: Glycogeen

Dat kan betekenen dat er dat men moet stoppen van vermoeidheid of een tandje lager moet gaan sporten. Dan hebben we het dus over vermoeidheid. Vermoeidheid kan op verschillende plaatsen ontstaan. Vermoeidheid is een voorwaarde om te komen tot trainingsresultaten. Vermoeidheid is het onvermogen van de spier om de benodigde of verwachte kracht te leveren en is afhankelijk van de trainingsduur en de intensiteit.
Spiervermoeidheid is een prikkel voor de spier die zal leiden tot een toename van het prestatieniveau.

Hersteltijd
Duidelijk zal zijn dat er op verschillende plaatsen in het lichaam zulke veranderingen kunnen ontstaan dat ze leiden tot een verminderd vermogen om te presteren. Het lichaam streeft altijd een herstel van het verstoorde evenwicht na. In niet alle gevallen zal of kan het herstel onmiddellijk zijn.

De fosfaten
ATP: 70% herstel na 30 sec
100% herstel na 3 tot 5 min
CP 84% binnen 2 min
97% na 8 min


Spiergelycogeenvoorraad
na langdurige aërobe training: in combinatie met koolhydraatrijke voeding:
60% in 10 uur
Volledige resynthese in 2 dagen
Zonder koolhydraatijkje voeding langer dan 5 dagen

Na intervaltraining van een minuut tegen zware belasting en 3-4 minuten herstel, onafhankelijk van de aard van de voeding:
na 2 uur resynthese van 39%
na 5 uur 53%
na 24 uur volledig herstel

Melkzuur verwijdering
50% in 25 minuten rustherstel
95% in 75 minuten.

Bij een actief herstel met een intensiteit van 30-45% van de VO2-max bij ongetrainde en 50-70% bij getrainde, wordt het lactaat sneller afgebroken. Dit gebeurt waarschijnlijk door oxidatie in de mitochondria van de aërobe spiervezels.

Korte samenvatting:

Bij inspanningsfysiologie gaat het om de onderliggende processen en weefsels die bijdragen aan het menselijk bewegen dus ook sporten. De energiesystemen, fosfaatsysteem, melkzuursysteem en zuurstofsysteem, die verantwoordelijk zijn voor de energieleverantie en hun tekortkomingen die zich uiten in de vorm van vermoeidheid. Daar staat tegenover dat de processen en weefsels zich kunnen aanpassen aan de belastingen die we ze geven. Voorwaarde is dat de belasting van de juiste soort (kracht c.q. uithoudingsvermogen) is, regelmatig aangeboden wordt en juist gedoseerd is. Het spiermechanisme is direct afhankelijk van de ATP’s die geproduceerd worden in de drie brandstofsystemen. Als er voldoende levering is heeft de spier de mogelijkheid om verschillende contractievormen uit te voeren in ons alledaags bewegen.

Dat vermoeidheid een bepaalde rol speelt in training zal nu duidelijk zijn. Inzicht in de juiste verhouding tussen belasting en herstel toe te passen.

Afhankelijk van de soort training kunnen effecten optreden die meer aan de kant van kracht of meer aan de kant van uithoudingsvermogen kunnen liggen. In Trainingsleer zal hier dieper op in gegaan worden.

----------------------------------

Next...

marc181982
21-12-2004, 22:40
eens een keer niet in het engels :thumbs:

Grote donkere man
21-12-2004, 22:55
ouwe stof, lol :mrgreen:
dat je zin hebt om dat allemaal in te typen.

waar doe je de opleiding?

dit is ook een leuke opleiding (aanrader) voor Cain Marko.

Silat
21-12-2004, 23:09
Tja ik leer/lees niet zo makkelijk, dus ging ik van mijn complete boek een samenvatting maken, zodoende heb ik nu leuke stukkies tekst :mrgreen:

heb die opleiding in okt afgerond. Begin in feb. weer aan een nieuwe denk ik.

In Breda/Tilburg bij "Arendse training en therapie" was dat. verzorgd door Opleidingen 2000 / Fit!vak.
http://www.fitvak.com/

Was kort (6 maanden, 1 dag in de week) maar wel het leukste wat ik ooit gedaan heb.

Grote donkere man
21-12-2004, 23:31
vakbroeder :mrgreen:

wat voor vervolgopleiding ga je doen? B?

someone
22-12-2004, 10:00
is idd heel bekend dit, hahahaha wel leuk om alles nog eens te lezen....

dokter flinstone
22-12-2004, 11:44
Laat ik nu gespecialiseerd zijn
in Weefsel-leer (histologie)
in cel-leer (cytologie)
In ziekte leer (pathologie)

Mara het blijft een saaie topic

Silat
22-12-2004, 15:23
Geef er een leuke wending aan Dr Flinstone :D ik zal ook nog wat opzoeken, eerst moet ik office installeren nu.. al die leestekens staan raar...

@ Grote donkere vakbroeder :wink: , ik ga eerst nog ff een cursus Bokatea doen om nog wat meer uren overdag in te kunnen plannen. Bokatea is het vervolg op Teabo, maar dan met handschoenen en stootkussens en dus niet met danspasjes. Lekker je eigen inbreng. Eigenlijk is het kickboksen zonder sparren, als je het mij vraagt. Hoop veel vrouwen in de les te krijgen :mrgreen: en dan kunnen ze ook makkelijker de stap naar kickboksen maken. Daarna ga ik wel Fitness Inst. B,Sportmasseur en Personal Trainer doen.

Zanshin
24-12-2004, 00:35
Silat waar worden deze cursussen gegeven, en waar ga je fitness-instructeur B volgen, aangezien ik in Jan.2005 examen moet doen voor fitness-instructeur A, en aangezien ik het net zoals jij het heel erg interresant vindt, zou ik hier graag wat meer over willen weten.

Silat
24-12-2004, 13:27
kijk even op http://www.fitvak.com/ neem contact met ze op en zij vertellen je waar je voor welke je opleiding van start kan gaan. Dan kies je een locatie uit en klaar is kees.

mijn baas regelt het voor me :mrgreen:

Silat
24-12-2004, 14:27
en hoe bevalt dat Yara??

Zanshin
24-12-2004, 18:49
bedankt Silat, zal ik zeker doen :thumbs: