Robbie
19-05-2007, 00:27
Marechaussee meldt wangedrag in Irak
Van onze verslaggevers Jan Hoedeman, Theo Koelé
DEN HAAG - Marechaussees hebben ‘schendingen van mensenrechten’ door mariniers in Zuid-Irak gemeld bij de onderzoekscommissie-Van den Berg. Een kleine honderd Iraakse verdachten zijn in oktober 2003 een dag zonder eten en drinken geblinddoekt gevangen houden. Plastic handboeien zijn bij een aantal zo strak aangetrokken dat de handen niet meer doorbloedden, toiletbezoek was niet mogelijk. De waardigheid van gedetineerden werd geschonden doordat leidinggevenden voor privégebruik kiekjes maakten.
UitlegDe onderzoekscommissie-Van den Berg is ingesteld na berichten in de Volkskrant over wangedrag van Nederlandse militairen bij de behandeling van Iraakse gevangenen. Volgens meldingen die ook de top van de Koninklijke Marechaussee hebben bereikt, was er sprake van strafbare feiten tijdens en na een actie van mariniers op 21 oktober 2003 op een schapenmarkt te As Samawah, gericht tegen illegale wapenhandel.
De marechaussees die geacht worden het optreden van militairen te controleren, beschreven de actie tegenover de commissie-Van den Berg als disproportioneel en mislukt. Na twee weken de markt te hebben bespioneerd zouden er voldoende aanwijzingen zijn om gericht verdachten op te pakken. Volgens de marechaussees bleek er geen deugdelijk bewijsmateriaal en werd een beperkt aantal wapens gevonden.
Tijdens een briefing die vooraf ging aan de actie werd gezegd dat er 15 man zouden worden opgepakt. Dat werden er 96, inclusief een Amerikaanse en een Nederlandse toerist. Volgens een van de marechaussees was de manier waarop ze behandeld werden in strijd met het oorlogsrecht.
Marechaussees die vroegen om de plastic tyrips te verwijderen bij de arrestanten die al gedetineerd waren, kregen daarvoor geen toestemming. De gevangenissen in de regio puilden door de actie dermate uit, dat een groep andere arrestanten urenlang geboeid in de brandende zon moest wachten.
Een van de marechaussees heeft verklaard dat de actie was afgegleden naar een razzia. Een andere marechaussee heeft achteraf gezegd dat hij het gevoel had dat hij bij de ‘moffen’ hoorde, een scheldnaam voor Duitse militairen uit de Tweede Wereldoorlog. De marinier die de operatie leidde, vond het echter een succesvolle actie.
Twee dagen later bereikten commandant Swijgman van de mariniers klachten over de behandeling van gevangenen. Via de Britten was de beschuldiging van een gedetineerde doorgekomen: die zou door Nederlanders zijn verhoord met een elektrodenstok. De MIVD’ers ontkenden dat ze hoofdkappen hadden gebruikt of ongeoorloofd met muziek en water hadden gewerkt.
Tegen een officier van het Britse gevangenenkamp Camp Bucca in Basra verklaarden ze echter, dat ze een gedetineerde onder druk hadden gezet met harde muziek en hem straften met water omdat hij zou liegen. Daarop meldde Swijgman de zaak aan Den Haag. Justitie werd vervolgens ingeschakeld, maar strafrechtelijke vervolging bleef uit.
Van onze verslaggevers Jan Hoedeman, Theo Koelé
DEN HAAG - Marechaussees hebben ‘schendingen van mensenrechten’ door mariniers in Zuid-Irak gemeld bij de onderzoekscommissie-Van den Berg. Een kleine honderd Iraakse verdachten zijn in oktober 2003 een dag zonder eten en drinken geblinddoekt gevangen houden. Plastic handboeien zijn bij een aantal zo strak aangetrokken dat de handen niet meer doorbloedden, toiletbezoek was niet mogelijk. De waardigheid van gedetineerden werd geschonden doordat leidinggevenden voor privégebruik kiekjes maakten.
UitlegDe onderzoekscommissie-Van den Berg is ingesteld na berichten in de Volkskrant over wangedrag van Nederlandse militairen bij de behandeling van Iraakse gevangenen. Volgens meldingen die ook de top van de Koninklijke Marechaussee hebben bereikt, was er sprake van strafbare feiten tijdens en na een actie van mariniers op 21 oktober 2003 op een schapenmarkt te As Samawah, gericht tegen illegale wapenhandel.
De marechaussees die geacht worden het optreden van militairen te controleren, beschreven de actie tegenover de commissie-Van den Berg als disproportioneel en mislukt. Na twee weken de markt te hebben bespioneerd zouden er voldoende aanwijzingen zijn om gericht verdachten op te pakken. Volgens de marechaussees bleek er geen deugdelijk bewijsmateriaal en werd een beperkt aantal wapens gevonden.
Tijdens een briefing die vooraf ging aan de actie werd gezegd dat er 15 man zouden worden opgepakt. Dat werden er 96, inclusief een Amerikaanse en een Nederlandse toerist. Volgens een van de marechaussees was de manier waarop ze behandeld werden in strijd met het oorlogsrecht.
Marechaussees die vroegen om de plastic tyrips te verwijderen bij de arrestanten die al gedetineerd waren, kregen daarvoor geen toestemming. De gevangenissen in de regio puilden door de actie dermate uit, dat een groep andere arrestanten urenlang geboeid in de brandende zon moest wachten.
Een van de marechaussees heeft verklaard dat de actie was afgegleden naar een razzia. Een andere marechaussee heeft achteraf gezegd dat hij het gevoel had dat hij bij de ‘moffen’ hoorde, een scheldnaam voor Duitse militairen uit de Tweede Wereldoorlog. De marinier die de operatie leidde, vond het echter een succesvolle actie.
Twee dagen later bereikten commandant Swijgman van de mariniers klachten over de behandeling van gevangenen. Via de Britten was de beschuldiging van een gedetineerde doorgekomen: die zou door Nederlanders zijn verhoord met een elektrodenstok. De MIVD’ers ontkenden dat ze hoofdkappen hadden gebruikt of ongeoorloofd met muziek en water hadden gewerkt.
Tegen een officier van het Britse gevangenenkamp Camp Bucca in Basra verklaarden ze echter, dat ze een gedetineerde onder druk hadden gezet met harde muziek en hem straften met water omdat hij zou liegen. Daarop meldde Swijgman de zaak aan Den Haag. Justitie werd vervolgens ingeschakeld, maar strafrechtelijke vervolging bleef uit.